Ontmoeting met een oude man

12-04-2013 18:24

Tegenwoordig kom ik met enige regelmaat in verzorgingstehuizen. Daar zie je dan soms van die eenzame stumpers. Ik heb daar moeite mee. Waarom weet ik eigenlijk niet goed. Het leek mij dan ook iets om eens aan Bert Bokhoven - de onbekende filosoof - voor te leggen. Gezien zijn rijke verleden is er voor mij geen twijfel dat Bert ook over dit onderwerp een uitgekristalliseerde visie heeft. Een visie waar ook wij ongetwijfeld iets mee kunnen en die ons verrijkt op de weg naar innerlijke wijsheid en het Grote Inzicht.

 

En inderdaad, Bert, was direct paraat en nam mij mee in mijn zoektocht naar wijsheid.  “Wat zie je als je naar die oude man kijkt ?”, vroeg Bert. “Wat denk je als je hem zo ziet ?” “Wel”, zei ik, “een chagrijnige, beetje dommige, onzekere oude man met ogen die in de verre leegte staren.  Een oude man die kwijlt bij het eten en die nauwelijks reageert. Een oude man waartegen men met luide stem praat om hem te vertellen, dat hij het toch allemaal echt beter moet proberen. Ik zie een oude man die niet lijkt te begrijpen wat ze allemaal voor hem doen.  Een oude man die altijd van alles kwijt is. En ook al vindt hij het allemaal niks, hij laat het allemaal maar gebeuren. Alles wat ze met hem doen. De hele dag door. Dat is wat ik zie.”

 

“Kijk dan nog eens goed”, zei Bert, “want je hebt niet echt gekeken. Als je echt goed kijkt zie je veel meer”. “En”, zei Bert, “bedenk dan nog eens wie die oude man is.”

 

Ooit was ook hij een kind van tien, met een vader en een moeder. En met boertjes en zusjes. Mensen die allemaal van hem hielden.

Ooit was ook hij een jongen van zestien. Een jongen die zijn vleugels uitsloeg, dromende van de dag dat ook hij zijn lief zou ontmoeten.

Ooit was ook hij twintig met de wereld nog voor zich. The sky was de limit. Alles leek nog mogelijk. En ook hij ging zijn dromen waarmaken.

Ooit was ook hij vijfentwintig. Met zijn jonge vrouw. Met zijn jonge kinderen. Kinderen die hem nodig hadden en die door hem konden opgroeien tot mooie mensen.

Ooit was ook hij dertig met kinderen die te snel opgroeiden. Maar sterk verbonden met hem door die onbreekbare band.

Ooit was ook hij veertig en waren zij kinderen volgroeid en uit huis gegaan. Met zijn vrouw aan zijn zijde, keek ook hij uit naar een nieuw begin en een nieuwe toekomst.

Ooit was ook hij vijftig en zaten er weer kinderen op zijn schoot. Hij genoot van het leven. Hij en zijn geliefde vrouw, met wie hij zijn leven deelde.

Ooit kwamen ook voor hem de donkere dagen. Zijn vrouw overleed. De toekomst werd onzeker. De onbezorgdheid voorbij.

 

Ooit had ook hij die jaren vol liefde en hoop. En ooit zag ook hij de wreedheid van de natuur. Zijn lichaam verschrompelt. Zijn gratie en kracht verdwijnt. Waar ooit zijn hart zat, zit nu een steen. Maar binnen in dit oude karkas zit nog steeds die man van ooit. En steeds weer opnieuw leeft zijn gehavende hart op bij al die herinneringen van ooit. Herinneringen van vreugde; herinneringen van pijn. En steeds weer leeft hij zijn leven opnieuw. Denkend aan al die jaren, toch te weinig en zo snel voorbij. In het besef dat alles voorbij gaat, dat alles eindigt.

 

En dat, zei Bert, zie je als je goed kijkt. Dan zie je geen chagrijnige, beetje dommige, kwijlende en onzekere oude man met ogen die in de verre leegte staren. Dan zie je een mens die zijn leven geleefd heeft. Compleet in zijn mens zijn. Een mens zoals wij ooit ook zullen zijn.

 

Ik moet bekennen dat ik onder de indruk ben van Bert’s visie. Niets is wat het lijkt te zijn. Enigszins beschaamd laat ik het er verder maar bij.

 

 

Peter Tersteeg

 

 


Lees meer: https://bert-bokhoven.webnode.nl/news/bert-bokhoven-en-de-oude-man/