Ontmoeting in zomaar een Chinees dorpje

10-08-2011 15:48
Op een uurtje rijden van Datong, richting het hangende klooster van Xuankong, woont een oude Chinese meneer in een grot. Deze meneer schijnt een toeristische trekpleister te zijn want vele reisgezelschappen stoppen om zijn grot te bekijken. Ik was er al eens eerder geweest en heb toen ook de notoire foto’s gemaakt. De Chinese meneer poserend met zijn buitenlandse “gasten”, waarvoor hij dan wat geld kreeg. Naar Chinese begrippen een rijk bestaan, ware het niet dat het in zijn grot ontbrak aan elk comfort. Ik zag hem er niet voor aan dat hij ’s avonds als de toeristen weer weg waren, naar een riante villa zou gaan om te genieten van zijn bijeen gesprokkelde vermogen. Dat zou voorzitter Mao zeker niet goed gevonden hebben. Want onze Chinese meneer was een groot fan van Mao. Dat zei hij tenminste en misschien was dat ook wel de reden waarom hij de grot had opgefleurd met Mao posters.

De tweede keer dat ik bij deze meneer stopte, vond ik het al niet meer zo interessant. Het leek mij boeiender om de drooggevallen rivier over te steken en eens te gaan kijken in een dorpje dat aan de overkant lag. Toen ik daar aankwam zat er een oudere meneer op een stoepje te slapen. Hij werd wakker van mij, maar was direct vriendelijk en nodigde mij uit om naast hem te komen zitten. We konden elkaar niet verstaan, maar dat nam niets weg van de hartelijkheid van onze ontmoeting. Hij bood mij een sigaret aan, en hoewel ik niet rook, vond ik toch dat ik hem moest aannemen. We rookten samen in stilzwijgen. Maar zoals hij een attractie voor mij was, zo was ik dat kennelijk ook voor hem. Mensen met blauwe ogen zijn toch nog vreemd voor vele chinezen. Na enige tijd kwam er een oud chinees vrouwtje naar ons toelopen. Ze nam me aan de hand mee om mij haar huisje te laten zien. Een heel klein huisje, waar in één kamertje gewoond, gekookt en geslapen werd. Het huisje was wonderbaarlijk schoon. En het Chinese vrouwtje praatte honderd uit. Ik kon er niets van verstaan, maar ze vond het kennelijk leuk. Net als ik. Ik moest op een krukje gaan zitten en ze gaf mij een kopje thee. Allemaal heel schattig. En het ging niet over geld !

Na een tijdje moest ik weer terug naar de auto. Inmiddels was het in het dorpje rondgegaan dat er een bleke buitenlander in het dorpje was. Iedereen was nieuwsgierig naar mij. Maar ja, wat wil je ook. Een man met grijs haar, blauwe ogen en nota bene een rode broek. Er was dus heel wat te aanschouwen. En iedereen moest lachen. Dat hoort en nu eenmaal bij als je je als vreemdeling tussen de chinezen "waagt". Maar het hele dorp zwaaide mij uit toen ik de droge rivier weer overstak. Toch weer eens wat anders op een doordeweekse namiddag.

Peter Tersteeg